- Afgelopen jaar bestelde zo’n driekwart van de Nederlanders boven de 12 jaar iets online.
- Al die ritjes van bestelauto’s zorgen voor CO2-uitstoot.
- Startup Homerr wil bestelbusjes minder veel laten rijden door pakketjes te laten ophalen bij winkels of buurtbewoners. Zit er toekomst in zo’n model?
- Lees ook: Online marktplaats voor tweedehands kleding Vinted start met verzendservice die goedkoper moet zijn én CO2-uitstoot beperkt
In 2022 gaf liefst 74 procent van alle Nederlanders van 12 jaar en ouder aan iets online besteld te hebben, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eind oktober. Het jaar ervoor, in het holst van de coronacrisis, bedroeg dit percentage zelfs 77 procent.
Dat er een lichte krimp zichtbaar is in de internetverkopen, lijkt van korte duur te zijn; een correctie op de gigantische groei van de branche tijdens de coronapandemie. Wie de CBS-data van alle internetverkopen door de jaren heen erbij pakt, ziet dat de branche al sinds het begin van de metingen in 2014 continu groei laat zien.
Parallel aan de groei van e-commercebedrijven is de opmars van het aantal pakketbezorgingen: al die internetbestellingen moeten immers ook bezorgd worden. Onderzoekers gelieerd aan zakenevenement het World Economic Forum (WEF) voorspelden drie jaar geleden dat het aantal thuisbezorgingen in 2030 met wel 78 procent zal toenemen.
De groei van de pakketbezorgsector brengt onherroepelijk nadelen met zich mee voor het milieu. Producten moeten immers worden verpakt en vervoerd. Bestelbusjes rijden op benzine of stroom, die in Nederland nog altijd overwegend grijs is: in 2021 kwam 67 procent van onze elektriciteit uit fossiele bronnen, berekende het CBS afgelopen jaar.
Pakketje afhalen bij de buren
Op een bedrijventerrein nabij metrostation Van der Madeweg nabij Amsterdam-Duivendrecht zetelt een bedrijf dat meent een manier meent te hebben gevonden om de CO2-uitstoot in de branche terug te dringen.
Wie een pakketje via startup Homerr laat bezorgen, krijgt de bestelling niet aan huis bezorgd. Gebruikers kunnen daarvoor aankloppen bij een afhaalpunt in de buurt. Dat kan een lokale winkel zijn, maar ook een de woning van een buurtgenoot.
"Bestelauto's hoeven hierdoor niet langs alle adressen te rijden, maar kunnen de pakketten in één keer bij een afleverpunt bezorgen", legt mede-oprichter en commercieel directeur Mark-Jan Pieterse (40) uit. "Ze maken daardoor minder kilometers."
Zoiets levert een vermindering op van de CO2-uitstoot, berekende onderzoeksinstituut TNO eerder. Zouden we de helft van onze pakketjes naar een afhaalpunt laten brengen, dan neemt de CO2-uitstoot van de bestelbus met 17 procent af.
Uit een studie van onderzoeksbureau CE Delft uit 2016 bleek dat de bezorging van post en pakketten goed is voor 3 procent van de CO2-uitstoot van de stadslogistiek. Niet veel, maar de sector groeit, zoals gezegd.
Pieterse leidt Homerr samen met de twee jaar jongere Juriaan Matthijssen, die het bedrijf in 2016 oprichtte. Ze hebben inmiddels veertig voltijdsmedewerkers op het Amsterdamse kantoor. Het interieur oogt er des startups, met allerhande houten meubilair, hangplanten en grasmatten. De medewerkers zijn overwegend twintigers en dertigers.
Homerr spreekt van 'winstgevendheid'
Afgelopen jaar groeide het bedrijf volgens Pieterse met 70 procent in omzet. Homerr was volgens de commercieel directeur in 2022 voor het eerst winstgevend. Hoe hoog de omzet precies was, wil hij niet vertellen.
Omdat het bedrijf geen winst- en verliesrekening bij de Kamer van Koophandel heeft ingeleverd, valt dit niet te achterhalen. Uit de gedeponeerde jaarrekening van 2020 valt wel te achterhalen dat het bedrijf dat jaar een licht positief eigen vermogen had, tegenover een negatief vermogen van zo'n 190.000 euro in 2019.
Homerr telt nu 1.400 afleverpunten in Nederland en 700 in België. Tegen het einde van het jaar hoopt de startup 4.000 afleverpunten operationeel te hebben. Ruim honderd webshops maken volgens Homerr gebruik van de dienst.
Ongeveer 70 procent van alle bezorglocaties van Homerr bestaat uit lokale winkels. De rest van de adressen betreft huizen en appartementen van buurtbewoners. Zij krijgen volgens de ondernemers dezelfde vergoeding als retailers. Beide groepen kunnen volgens Pieterse, afhankelijk van de grootte van de pakketten, "100 euro tot 350 euro" per maand verdienen met Homerr. Daarvoor moeten ze tot 1.000 pakketten aannemen.
Voor winkeliers kan dit financieel wellicht uit, omdat ze pakketjes ontvangen en bezorgen voor tal van bezorgbedrijven. Maar waarom zou je voor zo'n niet al te hoog bedrag als buurtbewoner je huis ter beschikking stellen?
Pieterse: "Je moet dit niet zien als een bijbaan. Mensen doen dit omdat ze het leuk vinden om post voor buurtgenoten te ontvangen en een praatje te maken. De postbode weet vaak heel goed wie er in de buurt geregeld thuis is. Zo iemand speelt lokaal postkantoortje. Wij wilden dit formaliseren en buurtgenoten er iets extra's mee laten verdienen."
Homerr-gebruikers kunnen hun pakketjes bij winkels ophalen gedurende de openingstijden. Zodra een pakket bij een buurtgenoot aan is gekomen, krijgen bestellers een mail met daarin de openingstijden. Het idee is dat buurtgenoten minimaal vier uur per dag beschikbaar zijn om pakketjes te laten ophalen.
Wel zit er een nadeel aan dit model: wie zo'n mail niet goed leest, kan voor een dichte deur komen te staan of een geïrriteerde buur treffen. Matthijssen geeft toe dat buurtgenoten soms stoppen met Homerr, als er te vaak mensen buiten het tijdvak op de deur kloppen. "Dat zijn vaak nieuwe gebruikers, die het concept nog minder goed kennen. Vergelijk het met verkeersregels, waarbij mensen soms ook fouten maken."
'Dezelfde dag bezorgen? Wij zijn daarop tegen'
In het eerste half jaar van 2022 nam het aantal pakketbestellingen in Nederland dat dezelfde dag nog werd bezorgd, toe met 11 procent. Dat wist verzendplatform Sendcloud afgelopen zomer te melden. De trend is dus in toenemende mate dat pakketjes op volle snelheid worden bezorgd. Pieterse en Matthijssen gaan juist tegen deze trend in door de tijd te nemen voor hun bezorging.
"Dezelfde dag bezorgen? Wij zijn daarop tegen", zegt Pieterse. "We vinden dat binnen 48 uur bezorgen snel genoeg is. Er zijn maar heel weinig producten zo belangrijk dat je ze direct in huis hoeft te hebben. We willen de sorteerders niet dwingen om 's nachts te werken, zodat ze pakketjes in halflege bussen kunnen krijgen. Dat is hoe het vaak gaat. De hele markt gaat de verkeerde kant op. Alles moet sneller en vaker, met als gevolg dat busjes onnodig vaak door de wijk rijden."
Maar goed, in die markt is ook een keihard concurrentiespel gaande. Zo ging afgelopen najaar de Nederlandse tak van pakketbezorger Instabox failliet. Het bedrijf had een jaar daarvoor nog de zwaar verlieslatende Nederlandse startup Red je Pakketje overgenomen. Hoe voorkomt Homerr dat de startup de volgende partij wordt die ten prooi valt aan een mogelijke consolidatieslag?
Matthijssen: "We richten ons niet op de hele markt. We hebben niet de ambitie te concurreren met grote postbedrijven zoals DHL en PostNL. Liever zijn we goed in een paar dingen, zoals afleverpunten, retourverzendingen en direct-to-consumer (model waarbij bedrijven producten direct aan de klant verkopen, zonder tussenkomst van retailers, red.). Dit voorjaar willen we daar een internationale service aan toevoegen, waarbij gebruikers vanuit Nederland en België pakketjes goedkoop kunnen laten verschepen naar twintig landen in Europa."
Ook belangrijk, volgens Matthijssen: "Wij zijn niet een partij waarbij de bomen tot in de lucht groeien. We hebben geen honderden miljoenen aan investeringen opgehaald. We zijn daardoor heel erg kostenbewust en dat levert minder risico op." De ondernemers stellen diverse bedrijfsactiviteiten te hebben gefinancierd met eigen vermogen. Hoeveel, dat willen ze niet zeggen.
Startup Homerr haalde slechts eenmaal, in 2018, groeikapitaal op: 1 miljoen euro indertijd. Het geld kwam uit de handen van een groep private investeerders onder leiding van CNBB Venture partners. Homerr wil flink uitbreiden in bezorgpunten en met een internationale dienst. Kunnen de ondernemers dit wel op eigen kracht doen, of hebben ze daarvoor toch nieuw groeikapitaal nodig?
Matthijssen, afgewogen: "Bij expansieplannen horen wellicht ook nieuwe financiers." Maar, zo zegt hij: "Er zijn écht nog geen concrete plannen. Het is nog niet direct noodzakelijk, omdat we de groei voorlopig zelf kunnen financieren."